Beroepsgoederenvervoer is het tegen betaling vervoeren van goederen in opdracht van derden. Indien u een transportonderneming in Nederland wil beginnen die beroepsgoederenvervoer gaat verrichten, moet u over een Eurovergunning beschikken indien gebruik wordt gemaakt van voertuigen met een laadvermogen van meer dan 500 kg. Niet alleen vrachtauto’s, maar ook bestelauto’s zijn vanwege hun laadvermogen in veel gevallen vergunningplichtig.
Voorwaarden vergunningverlening
U komt in aanmerking voor een Eurovergunning indien u aan de volgende voorwaarden voldoet:
Werkelijke en duurzame vestiging
De onderneming moet beschikken over een werkelijke en duurzame vestiging in Nederland. Zodra de Eurovergunning is verleend, moet het bedrijf de beschikking hebben over minimaal één voertuig.
Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid toont u aan met een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor natuurlijke personen (np) of rechtspersonen (rp). Het Ministerie van Veiligheid en Justitie geeft deze verklaringen af. Als de rechtsvorm van uw onderneming een besloten vennootschap, een vennootschap onder firma of een maatschap is, dan vraagt u de VOG-rp schriftelijk aan bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie met het formulier VOG-rp. Als de rechtsvorm een eenmanszaak is, dan vraagt u de VOG-np aan via uw gemeente met het formulier VOG-np. En alleen als er een vervoersmanager is aangetrokken, dan moet voor deze persoon apart een VOG-np aangevraagd worden via de gemeente met het formulier VOG-np.
Financiële draagkracht
U bent kredietwaardig als u over voldoende financiële middelen beschikt voor een correcte start en voortgang van de onderneming. U moet beschikken over een bedrijfskapitaal van minimaal € 9.000,- als u één voertuig inzet plus € 5.000,- voor elk extra voertuig dat u inzet. Dus stel u heeft drie voertuigen dan is het: € 9.000,- + 2 x € 5.000,- = € 19.000,-. Het kapitaal moet aanwezig zijn in de vorm van risicodragend vermogen.
U kunt uw kredietwaardigheid uitsluitend aantonen met een (openings)balans eventueel aangevuld met een vermogensopstelling, en een verklaring van een AA- of RA-accountant (NBA) of een lid van NOAB of het Register Belastingadviseurs. Deze verklaring moet zijn opgesteld volgens de bepalingen in het ‘Onderzoeksprotocol aanvraag en verlenging Eurovergunning’, waarover deze deskundigen beschikken.
Vanaf 1 januari 2015 worden zogeheten risicobedrijven jaarlijks op kredietwaardigheid getoetst. Een risicobedrijf zal dit aan de hand van financiële gegevens, zoals een jaarrekening, een vermogensopstelling of een belastingaangifte moeten aantonen. Van een risicobedrijf is sprake als het risicodragend vermogen is aangevuld met een achtergestelde lening of als de solvabiliteitsratio (eigen vermogen t.o.v. totale vermogen) lager is dan 20%.
Vakbekwaamheid
De vervoersmanager, degene die leiding geeft aan de vervoerswerkzaamheden, moet vakbekwaam zijn. Dit wordt aangetoond met een erkend vakdiploma Ondernemer beroepsgoederenvervoer over de weg. Voor dit vakdiploma legt u een zestal examens af, de divisie CCV van het CBR organiseert deze examens. Er zijn diverse aanbieders die de opleiding verzorgen.
Als meerdere personen leiding geven moet minimaal één voldoen aan de eis. De vervoersmanager moet in de Europese Unie wonen. Als de eigenaar, vennoot of directeur zelf het vakdiploma bezit, dan is deze persoon de (interne) vervoersmanager. Is de onderneming niet zelf in bezit is van het vakdiploma, dan kan zij een (externe) vervoersmanager aantrekken, bijvoorbeeld een procuratiehouder of bedrijfsleider. Voorwaarde is dat de NIWO kan vaststellen dat de vervoersmanager permanent en daadwerkelijk leiding geeft aan de vervoerswerkzaamheden en dat er een reële band is met de onderneming. De NIWO stelt in die gevallen altijd een onderzoek in.
Vanaf 1 januari 2015 mag een vervoersmanager zijn vakdiploma inbrengen bij maximaal 4 transportbedrijven met een totaal wagenpark van maximaal 50 voertuigen. Wel mag een interne vervoersmanager in beginsel bij 1 onderneming of 1 holding een onbeperkt aantal voertuigen beheren.
Wet Bibob
De NIWO kan een Eurovergunning weigeren of intrekken op basis van de Wet Bibob. Hier kan een advies bij Bureau Bibob worden aangevraagd. In het Bibob-advies staat of en in welke mate er gevaar bestaat dat de Eurovergunning voor criminele activiteiten wordt of zal worden misbruikt. De NIWO vraagt alleen een Bibob-advies aan, als daar aanleiding toe is.
Vervoersmogelijkheden
Bedrijven met een Eurovergunning zijn verplicht om over minimaal één voertuig te beschikken. Voor dit voertuig is een vergunningsbewijs (ook wel: gewaarmerkte afschrift) nodig. Met een Eurovergunningsbewijs aan boord van uw voertuigen mag vervoer gedaan worden binnen de grenzen van de Europese Unie. Alleen aan cabotage (binnenlands vervoer in een andere lidstaat) worden beperkingen gesteld. Als u buiten de Europese Unie wilt vervoeren, dan heeft u naast de Eurovergunning aanvullende ritmachtigingen nodig of een CEMT-vergunning.
Prijs
Eurovergunning
Behandelingskosten aanvraag | € 235,00 |
Behandelingskosten verlenging | € 120,00 |
Vergunningbewijzen
Afgifte Eurovergunningbewijs | € 28,35 |
Heffing per Eurovergunningbewijs per jaar | € 23,70 |
Alle bedragen zijn exclusief btw en gelden met ingang van 1 januari 2011.
Voor nadere informatie verwijzen wij u naar de website van de NIWO: www.niwo.nl.